Kritiek van vissers op de ICES glasaal data
Het Nederlandse aalbeheerplan is in 2009 ingevoerd om de achteruitgang van de Europese glasaaltintrek en de aalpopulatie tegen te gaan. De recente evaluaties laten zien dat de stijgende lijn in glasaalintrek en schieraal uittrek van de eerste jaren niet is doorgezet. Gebaseerd op de recentste data adviseert International Council for the Exploration of the Sea (ICES): Een totaal verbod op visserij op aal en het stoppen met het vangen en uitzetten van glasaal omdat de uitzet niet tot bewezen bijdrage heeft gezorgd en zelfs schadelijk kan zijn voor het bestand.
De glasaal data en het recente advies is voor Ngo’s een bevestiging van hun zorgen om de paling en vragen met het project “Power to the Paling” aandacht voor de “kritieke” situatie van de paling.
Het ICES-rapport laat echter ook zien dat de commerciële paling vangsten in o.a. Nederland de afgelopen jaren juist flink zijn gestegen. Dit terwijl er niet met meer visserij inspanning gevist is. Dit is ook het beeld dat veel vissers zien en kunnen zich daarom niet vinden in het advies voor een totaal verbod.
Dat de beroepsvissers het niet eens zijn met het huidige advies/pleidooi voor een volledig vangstverbod en de geschetste situatie, wordt in verschillende kranten artikelen beschreven. Zo interviewde het AD op 5 november 2021, de paling visser Aloe de Jager die zegt:
‘Hoezo een vangstverbod, het is nog nooit zo goed gegaan met de palingstand’ … ,,Dit advies slaat nergens op’’
Ook IJsselmeer vissers zien hun vangen de laatste jaren stijgen zonder dat zij harder zijn gaan vissen. Volgens de vissers komt de toename vooral door een betere intrek van de glasaal bij Den Oever en Kornwerderzand, waar al zo’n 10 jaar lang maatregelen worden genomen om de intrek van glasaal te verbeteren. Zo vindt er de afgelopen jaren weer aangepast spuibeheer plaats en zijn er verschillende vismigratievoorzieningen aangebracht. Het artikel van september 2019 in het magazine Visionair, beschrijft deze maatregelen en de resultaten daarvan.
Deel van voorblad artikel: “Vis door de Afsluitdijk”, Visionair september 2019
Kritiek van vissers op de (ICES) data van de glasaalintrek
De grootste kritiek van de vissers op de data is dat de bemonsteringen bij Den Oever al 60 jaar lang op dezelfde manier wordt uitgevoerd, terwijl er door de jaren heen verschillende factoren, (waaronder ook de stimulatie van vismigratie) rond het sluiscomplex, vismigratievoorzieningen en de waterkwaliteit, zijn veranderd. Vissers beargumenteren dan ook dat als je geen rekening houdt met deze factoren, de bemonsteringen een vertekend beeld geven.
Het artikel van 20 mei 2020 in Naturetoday “Maatregelen laten effect zien: Glasaaltjes zwemmen door in Scheveningen” onderbouwd deze beweringen. Het artikel beschrijft dat er indicaties waren dat de glasaalpassage bij de keersluis in Scheveningen niet optimaal werkte. In 2018 en 2019 zijn er door Delfland aanpassingen gedaan waardoor de passage is verbeterd.
Voor deze aanpassingen werd er gemiddeld meer glasaal (4-5x) bij de keersluis dan bij gemaal Schoute gevangen. Na de aanpassingen in 2020 werden er nog nauwelijks glasaal bij de keersluis gevangen en werden er meer dan 20 glasalen per trek bij gemaal Schoute gevangen. Dit laat niet alleen zien dat de vispassage goed werkt, maar laat ook zien dat de verbeterde doortrek een effect heeft op de vang kans van glasaal voor de keersluis. Na de aanpassing zouden de vangsten bij de keersluis zonder kalibratie daarom geen goed beeld meer geven van de aanwas van glasalen in Scheveningen.
Gemiddeld Overzichtskaartje van de gemalen in Scheveningen. Bron (Naturetoday: 20 mei 2020: https://www.naturetoday.com/intl/nl/nature-reports/message/?msg=26198)
Gemiddeld aantal glasalen per trek aan de buitenzijde van de Keersluis en Gemaal Schoute in de kruisnetmonitoring door vrijwilligers in april, de belangrijkste intrekmaand voor glasaal in Scheveningen (in 2018 is bij gemaal Schoute niet bemonsterd) (Data: RAVON, Samen voor de Aal). (Bron: Mark Groen) (Bron: Naturetoday, 20 mei 2020)
Kritiek van vissers op de (ICES) data van de glasaalintrek
Het argument van de vissers wordt versterkt door bemonsteringen in de buurt van het monsterpunt waar in een paar uur tijd een veelvoud (tot wel 140 x meer) aan glasaal gevangen werd van het aantal in de kruisnet bemonstering (die afbeeldingen hieronder). Ook werden op de drukste nacht in 2016, bij de vispassage in Den Oever wel 50.000 glasalen gevangen verteld Greijdanus is de Visionair. Als ik deze argumenten hoor, dan begrijp ik wel dat de vissers het niet met het nieuwe ICES advies eens zijn. Zij zien hun vangsten en ook het aantal jonge ondermaatse palingen toe nemen en dragen goeie argumenten aan waarom de glasaalbemonstering bij Den Oever, een van de belangrijkste Europese monsterpunten, niet zou kloppen.
Bron: Aart van der Waal
Nou wil ik niet zeggen dat de ICES-data niet klopt. De data geeft een gemiddelde van verschillende bemonsteringspunten door heel Europa. Wat mij zo verbaasd is dat de wetenschappelijke- en NGO-community er niet in slaagt om naar deze argumenten van de vissers te luisteren en deze argumenten door dialoog en duidelijke communicatie te weerleggen.
Mogelijk kunnen huidig onderzoeken met merk- terug vang technieken naar de vangst-efficiëntie van de huidige glasaalbemonsteringen hier ook meer over zeggen. Bij deze onderzoeken wordt glasaal voorzien van een merkje en wordt er gekeken hoeveel er hiervan terug gevangen worden. Hieruit kan vervolgens berekend worden hoeveel glasalen er doortrokken.
In IJmuiden werden er in 2018 in totaal 18 glasalen in de bemonsteringen gevangen en werd er berekend dat er in totaal 9 miljoen glasaaltjes in het Noordzeegebied introkken. Maar wat zegt dat dan? Geven die 18 glasaaltjes een goed beeld of niet? Als de bemonstering door de jaren heen op dezelfde manier is uitvoert en de omstandigheden niet zijn verandert, dan is hier een trend uit op te maken. De vraag blijft dan of de situatie onveranderd is.
Een deel van de discussie ontstaat doordat er volgens de IJsselmeer vissers een verschil is tussen de glasaal bemonsteringen en hun vangsten. Een (ondermaatse) rode aalindex, zou een waardevolle aanvullen op de huidige glasaalindex (baby palingen) en de schieraalindex (volwassen uittrekkende palingen) kunnen zijn. Als er een aantal beroepsvissers betaald krijgen om met ontheffing, zonder ringen in de netten de vangsten van jonge paling tot 35 cm te noteren. Nu worden deze jonge palingen (<28) alleen tijdens de najaars survey in het IJsselmeer gevangen en zal er af en toe een in de marktbemonstering aal gemeten worden.
Bron: Aart van der Waal